Tweeling opvoeden 0 tot 2 jaar

De opvoeding van tweelingen van 0 tot 2 jaar is beslist anders dan de opvoeding van kinderen van verschillende leeftijden. Ouders van tweelingen staan voor andere vraagstukken en maken andere situaties mee. De opvoeding van een tweeling vergt veel creativiteit, geduld en improvisatie-talent. Cox Feenstra, ontwikkelingspsychologe en tweelingdeskundige beantwoordt de meest voorkomende vragen van ouders tijdens de eerste twee jaar.

1. De Babytijd (0 – 1 jaar)

Een tweeling opvoeden is een periode van intensieve zorg. Een tweeling komt met ongeveer 37 weken of eerder ter wereld en weegt per kind zo’n 600 gram minder dan een eenlingsbaby. Daarom heeft een tweeling vaak een voeding nodig, in het begin om de twee uur. Het is dan ook niet vreemd dat de voedingen elkaar overlappen. Ben je net met de ene klaar, dan is het tijd voor de volgende! Hulp is daarom tijdens deze fase absoluut noodzakelijk. Sommige moeders vinden dat vervelend. Ze zijn liever met hun baby’s alleen en voelen de hulp als een inbreuk op hun privacy. Zorg dat de mensen die je helpen, je na staan en je je prettig met hen voelt. Houd zelf de teugels in handen over hoe en wie er voor de baby’s zorgt. Onderzoek wijst uit dat moeders die het zo organiseren, deze periode goed doorkomen.

1.1 Wat moet ik doen als ze allebei op het zelfde moment gevoed willen worden?
Hebben ze beiden tegelijk honger en ben je alleen, voed dan eerst de baby die het hardst protesteert. De kinderen hebben een verschillend karakter. Er zal altijd één zijn die wat geduldiger is. Zet hem in een wipstoeltje vlak bij je, praat tegen hem en geef hem een speentje. Zo voelt hij zich er ook bij horen. Veel moeders voelen zich bezwaard als steeds dezelfde baby als eerste gevoed wordt. Toch is dit niet nodig. Het belangrijkste is dat elk kind krijgt waar hij behoefte aan heeft. Deze patronen veranderen bovendien in de loop van de tijd meestal. De baby die nu steeds als eerste geholpen wordt, omdat hij zo hard protesteert, is misschien straks degene die het beste kan wachten. Een troost: een tweeling leert eerder dan een eenlingsbaby op zijn beurt te wachten.
Huilen echter beide baby’s hartverscheurend, zorg dan dat je altijd hulp hebt. Niets is zo stressverwerkend als het gehuil van twee baby’s.

1.2 Kan ik ze samen in één wiegje leggen?
Te vroeg geboren baby’s worden vaak samen in een couveuse gelegd. Onderzoek wijst uit dat ze op deze manier sneller een regelmatige ademhaling hebben en sneller groeien. Dat is niet zo vreemd: in de baarmoeder pasten ze hun slaap-en waakritmes al aan en sliepen ze, tegen elkaar aan gelegen, in. Drie procent van de eeneiige tweelingen zit zelfs in hetzelfde vruchtwater en zuigt op elkaars duim. Elkaars aanwezigheid voelen doet hen goed en maakt de overgang van de baarmoeder naar de buitenwereld kleiner. Vele Spaanse moeders leggen hun tweeling in de eerste periode nog samen in de wieg; vooral als ze huilen, blijkt dat een goede oplossing. Nederlandse kinderartsen waarschuwen echter voor het gevaar op wiegendood: het samen in een wiegje liggen zou de kans daarop verhogen.

Het is dus per land en per cultuur verschillend hoe er met deze vraag wordt omgegaan. Een goede middenweg is om ze wel overdag veel bij elkaar te leggen, zoals samen in de box, maar ze toch ieder in een eigen wiegje te laten slapen.

1.3 Kan ik de baby’s tegelijk voeden?
Dit is zeer goed mogelijk zodra de baby’s al enige ervaring hebben en goed drinken. In de eerste weken kun je ze beter apart voeden, je moet immers hun eigenaardigheden nog leren kennen. Maar heb je ervaring en drinken de baby’s vlot, dan is het samen voeden een goede optie, vooral als ze tegelijk honger hebben. Sommige moeders kiezen voor enkele voedingen tegelijk en doen andere apart. Tenslotte is het moment van de voeding juist ook een fijne gelegenheid om met elke baby even te knuffelen.

Eeneiige tweelingen hebben meestal een zelfde ritme, hetgeen het samen voeden vergemakkelijkt. Bij twee-eiige kan het ritme erg verschillen. Toch kiezen de meeste moeders voor hetzelfde schema voor hun tweeling, want als ze op vraag zouden voeden, zou al hun tijd aan de voedingen opgaan.

1.4 Zal ik voldoende voeding hebben?
Dit is absoluut geen probleem, want de borsten produceren de hoeveelheid melk die ze gevraagd wordt. Het is een kwestie van vaak aanleggen en zorgen dat je zelf goed drinkt, eet en rust. Informeer goed over de borstvoeding voor tweelingen en neem contact op met een lactatie-deskundige als zich problemen voordoen. Veel tweelingmoeders geven met succes de borst aan hun baby’s.

2. De Peutertijd (1 – 2 jaar)

De kinderen zijn inmiddels echte ontdekkertjes geworden. Sliepen ze vorig jaar nog een groot deel van de tijd, inmiddels kruipen en lopen ze overal door het huis. Sommige ouders vinden deze tijd zwaarder dan het eerste jaar, want de kinderen moeten goed in de gaten worden gehouden. En tweelingen zijn nog inventiever dan eenlingen: ze sporen elkaar aan, ze gebruiken elkaar om ergens op te klimmen en ze helpen elkaar om deuren open te krijgen en ze doen elkaar na! Het huis veilig maken is dan ook zeer belangrijk. Er ontstaan de eerste tekenen van jaloezie en wedijver, maar er zijn evenveel momenten van dikke pret en grote liefde.

2.1 Mijn tweeling van 13 maanden praat nog nauwelijks. Is het waar dat tweelingen later met praten beginnen?
Dat klopt en de oorzaak laat zich makkelijk raden: de kinderen krijgen minder individuele aandacht dan een kind alleen. De communicatie verloopt binnen een driehoeksrelatie: moeder en vader praten tegen beide kinderen tegelijk. Het gaat echter slechts om een tijdelijke achterstand, die de tweeling vanzelf zo rond het derde of vierde jaar inhaalt. Het gaat bovendien om een achterstand in het spreken en niet in het begrijpen van de taal. Daarin is een tweeling niet minder snel dan een eenlingskind. Een tweeling is wel weer sneller in de kunst van het onderbreken van een gesprek! Daarin oefenen ze natuurlijk dagelijks als ze voor hun broer of zus iets willen zeggen! Om hun achterstand tegen te gaan, is het goed hen veel voor te lezen en dan het liefst individueel. Dus papa met één kind en mama met de ander.

2.2 Hoe leer ik hen, 15 maanden, om iets niet te doen?
Als ik het de een verbiedt, dan is de ander er reuze snel bij om het ook te doen. Zo verzekert het tweelingkind zich ervan dat hij ook jouw aandacht krijgt. Er zit niets anders op om ook het hem ook te verbieden. Wat ook meespeelt, is dat de kinderen op deze leeftijd elkaar voortdurend nadoen. Dat is een manier van leren, net zoals ze ook de ouders imiteren. Als één iets ondeugends doet, praat dan tegen hem en kijk hem indringend aan terwijl je duidelijk ‘Nee’ zegt. Hen beiden aanspreken over iets heeft minder effect want geen van beiden voelt zich dan aangesproken. Over het algemeen moeten tweelingouders strenger en consequenter zijn dan andere ouders, omdat tweelingen elkaar onderling steunen.

2.3 Mijn tweelingdochters, 18 maanden, kunnen enorm vechten. Ze knijpen, bijten, duwen en slaan elkaar. Is dit normaal en wordt het minder?
Dit is een veel voorkomend probleem bij tweelingen. Alles is mogelijk op deze leeftijd waarin ze nog geen onderscheid kunnen maken tussen het ‘ik’ en ‘jij’. Daarbij speelt ook mee dat ze veel tijd samen doorbrengen en meestal dichtbij elkaar spelen. Bovendien zitten ze in dezelfde ontwikkelingsfase, geen van beiden kunnen ze rekening met de ander houden zoals je dat bij broers en zusjes van verschillende leeftijd ziet. Leer ze woorden zoals ‘nu ik’, ‘nee’, ‘au’. Langzaamaan zullen deze woorden de fysieke agressie gaan vervangen. Zorg er ook voor dat ze af en toe apart van elkaar spelen, bijvoorbeeld een in de kinderstoel en de ander vrij in de kamer of één in de box. Ook is het goed om al van jongs af aan hen apart mee te nemen met het doen van een boodschap (een met jou, de ander blijft bij papa, enz). Na een korte scheiding spelen ze meestal heel harmonieus samen……..tot de volgende ruzie.

2.4 Leer ik ze tegelijk op het potje te gaan of is het beter om het een voor een te doen?
Over het algemeen is het makkelijker om het ieder kind apart te leren. Tenslotte moet je de behoeftes van het kind een tijdje goed in de gaten houden om te kijken wanneer het moet en dat is nu eenmaal makkelijker als het om één kind gaat. Maar als de kinderen tegelijk er aan toe zijn, kun je het leerproces tegelijk doen. Dit komt bij eeneiige vaker voor dan bij twee-eiige tweelingen. Bij de laatste kan de een er aan toe zijn, terwijl de ander er nog geen interesse voor heeft. Bij een jongen-meisje tweeling is meestal het meisje er eerder rijp voor dan haar broertje.

Aanvullende informatie over opvoeden eerste twee jaar

Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het boek dat Coks Feenstra schreef over de opvoeding en ontwikkeling van twee- en meerlingen “Het Grote Tweelingenboek”.

Over de Auteur

Coks Feenstra is ontwikkelingspsychologe en heeft zich gespecialiseerd in de specifieke aspecten van de ontwikkeling van meerlingen. Ze schreef onder andere “Het Grote Tweelingenboek”. Coks Feenstra is adviseur van de NVOM.

Samen of apart in de klas?

Samen of apart in de klas is zo’n groot en ingewikkeld vraagstuk voor veel ouders van meerlingen dat er een heel Meerlingen Magazine over gemaakt is.

Bekijk deze special

Word lid en ontvang gratis cadeaus

Door lid te worden van de NVOM steun je de stichting zodat we jou nog beter van informatie kunnen voorzien, meerlingouders bijeen kunnen brengen en voor je op kunnen komen.

Lid worden