Samen of apart naar school, standpunt NVOM

In Nederland gaan de meeste kinderen naar school als ze de leeftijd van vier jaar hebben bereikt. Voor ouders van twee- of meerlingen is dat ook het moment waarop de keuze moet worden gemaakt of de kinderen in dezelfde klas of juist gescheiden zitten. Lees hier de belangrijkste overwegingen voor deze keuze en het standpunt van de NVOM.

1. Beleid basisscholen

Veel basisscholen hanteren het beleid dat twee- of meerlingen – indien mogelijk – gescheiden worden. De redenatie die hierachter schuil gaat, is dat hiermee de individuele ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd wordt. Wetenschappelijk bewijs voor deze stelling ontbreekt echter, evenals voor het tegendeel.

Doordat veel scholen het beleid hanteren dat kinderen tijdens het doorlopen van de basisschool zoveel mogelijk met dezelfde kinderen in de klas blijven, heeft de keuze bij aanvang een grote impact. Later splitsen of later samenvoegen betekent immers voor (tenminste één van) de kinderen dat ze uit hun vertrouwde klas worden weggehaald.

2. Overwegingen samen of apart

Het scheiden van meerlingen heeft een aantal voordelen:

  • De kinderen krijgen in de klas de vrijheid om als individu op te treden;
  • De docent zal eerder geneigd zijn de kinderen met hun leeftijdsgenoten in de klas te vergelijken, in plaats van vooral met hun meerlingbroer(s) of -zus(sen);
  • De kinderen ontwikkelen de vaardigheden om zonder tweelingbroer(s) of -zus(sen) op te treden, ook indien hij/zij zich in de nesten werkt;
  • De kinderen krijgen de kans zijn/haar eigen vriendenkring te ontwikkelen en te onderhouden.

Het scheiden van meerlingen heeft echter ook een aantal nadelen:

  • Meerlingen hebben soms behoefte aan elkaars steun, met name in de beginjaren, als ze nog niet gewend zijn om gescheiden van elkaar te zijn;
  • Zelfs als de meerling zich comfortabel voelt in een gescheiden situatie, hebben ze soms nog behoefte aan bevestiging van elkaar;
  • Indien één van de meerling dominant is, kan de ander zich verloren voelen zonder diens steun;
  • Het kan de concurrentie thuis versterken, vooral indien de voortgang van de twee klassen niet gelijk opgaat;
  • De docent zal minder geneigd zijn om het effect van meerlingschap te onderkennen. Dit kan bijvoorbeeld spelen indien één van de kinderen overstuur is indien de ander ziek is.

3. Invloed op de Ontwikkeling

3.1 Schoolprestaties
Diverse eerdere studies leken erop te duiden dat tweelingen in de eerste jaren van de basisschool baat hebben van elkaars aanwezigheid in de klas. Lees- en rekenprestaties in groep 2 leken beter voor ongescheiden dan voor gescheiden tweelingen. Bij eeneiige tweelingen was vaker sprake van een achterstand dan bij twee-eiige tweelingen. Dit verschil verdwijnt in hogere groepen.

In een recente publicatie komen onderzoekers van het Nederlands Tweelingen Register [1] tot de conclusie dat het al dan niet scheiden van tweelingen geen invloed heeft op de schoolprestaties (gemeten naar o.a. de CITO score).

3.2 Sociaal emotionele ontwikkeling
Coks Feenstra geeft in haar Tweelingenboek [2] het advies om de meerlingen in ieder geval op de peuterspeelzaal in dezelfde groep te plaatsen. Voor het al dan niet scheiden van de meerling bij aanvang van de basisschool geeft ze aan dat twee factoren van groot belang zijn bij de beslissing:

  • De leeftijd van de kinderen: vier jaar is erg jong om gescheiden te worden, zeker als de meerlingkinderen hier niet op voorbereid zijn in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf;
  • Zygositeit: eeneiige tweelingen soms een dermate sterke band dat – zeker op een jonge leeftijd – een dergelijke scheiding heel negatief kan uitpakken.

Coks Feenstra onderschrijft de voordelen van het scheiden van de tweeling en geeft aan dat dit voor meerlingen van ongelijk geslacht in veel gevallen ook de betere oplossing is. Desalniettemin pleit ze er in haar boek voor om serieus te overwegen de meerlingkinderen samen in één groep te plaatsen, tenzij ze ze elkaar of de groep hinderen.

Voorts beschrijft ze een aantal ervaringsverhalen waaruit blijkt dat ieder geval apart dient te worden beschouwd. Uit deze verhalen blijkt wel dat een ongewenste scheiding een veel grotere impact heeft op de kinderen dan de omgekeerde situatie. Van de vele eeneiige tweelingen die Coks Feenstra in haar onderzoek heeft betrokken, gaf slechts een klein aantal aan dat ze een scheiding op school als nuttig hebben ervaren.

4. Vrije keuze

De Twins & Multiple Births Association (TAMBA) in Engeland heeft onlangs een breed onderzoek onder ouders van meerlingen gepubliceerd [3]. Eén van de onderzoeksvragen die hierbij aan bod kwam betrof het al dan niet scheiden van meerlingen op de basisschool.

De belangrijkste conclusies van dit onderzoek op dit gebied zijn:

  • Ongeveer 80% van de scholen gaf de ouders de vrije keuze bij het al dan niet scheiden van de meerling en 20% van de scholen gaf de ouders geen enkele keuze;
  • Van de 20% van de scholen die de ouders geen vrije keuze gaf, plaatste 75% van de scholen de meerlingkinderen apart en 25% plaatste de kinderen samen in de klas, ongeacht de voorkeur van de ouders;
  • Indien de ouders de vrije keuze hadden, gaf 55% van de ouders de voorkeur voor samen in de klas en 45% van de ouders voor gescheiden.

Bovengenoemde cijfers hebben enkel betrekking op de scholen waar gescheiden plaatsen van de meerlingkinderen mogelijk was. Bij deze analyse zijn de kleinere scholen waarbij geen parallelklassen waren, buiten beschouwen gelaten.

Uit dit onderzoek kan dus worden opgemaakt dat er een verschil is in de voorkeur van de ouders en van de school.

5. Conclusie

De NVOM is van mening dat de meest passende oplossing verschilt per meerling. Ouders dienen in onderling overleg met de school vaststellen welke oplossing voor hun meerling de meest geschikte is. Onderzoekers van de Curtin Universiteit (Perth, Australië) hebben hiervoor een checklist ontwikkeld. Een Nederlandse vertaling van de checklist samen of apart naar school is hier te vinden. Ofschoon deze vragenlijst vooral bedoeld is voor tussentijdse besluitvorming, terwijl de kinderen al op school zitten, kan deze ook gebruikt worden bij aanvang van de school. In dat geval is het raadzaam om de verzorgers van het kinderdagverblijf en/of begeleiders op de peuterspeelzaal te betrekken bij het invullen van het vragenformulier.

6. Aanvullende Informatie

De NVOM heeft in het Kenniscentrum diverse documenten en aanvullende informatie opgenomen die kan helpen bij de keuze. Kies voor het dossier Opvoeding, ontwikkeling & onderwijs en subcategorie 4-12 jaar.

Referenties

  • Polderman T.J.C., Bartels M., Verhulst F.C., Huizink A.C., Beijsterveldt van C.E.M. en Boomsma D.I. (2010) J. Epidemiol Community Health, 64, pp.36–40
  • Feenstra C. (2010) “Het Grote Tweelingenboek”, uitgeverij Ad Donker, 1e druk
  • Fraser E. (2009) “Multiple Choice, The Educational Needs and Experiences of Multiple Birt Children”, TAMBA, Verenigd Koninkrijk

Samen of apart in de klas?

Samen of apart in de klas is zo’n groot en ingewikkeld vraagstuk voor veel ouders van meerlingen dat er een heel Meerlingen Magazine over gemaakt is.

Bekijk deze special

Word lid en ontvang gratis cadeaus

Door lid te worden van de NVOM steun je de stichting zodat we jou nog beter van informatie kunnen voorzien, meerlingouders bijeen kunnen brengen en voor je op kunnen komen.

Lid worden